Skandinavië - Norway

Kyrktasjo

De dag begint wat druilerig, maar al snel komt het zonnetje er door. Dan ziet het er allemaal weer vriendelijk, vrolijk, fris en fruitig uit. We maken er een dagje van de kopermijnen van. Dat was niet gepland, maar zo kom je onderweg toch altijd weer iets tegen.

De eerste plaats die we tegenkomen is Folldal. Er is een museum gemaakt, maar helaas is alles nog gesloten. De mijn is nog niet zolang geleden dicht gegaan. Dat geldt overigens voor de meeste mijnen in dit gebied.

Daarna komen we in Roros. Een plaats die inmiddels is toegevoegd aan de Unesco wereld erfgoed lijst. De plaats is in oorspronkelijke staat, nadat de mijn is dichtgegaan, in tact gebleven. De huisjes, klein en allen van hout staan nog in het dorp, gegroepeerd rond de smelterij, waar het koper uit de stenen werd gehaald. We zoeken nog naar wat stenen, maar er liggen alleen grote bergen slakken, het overblijfsel van uit de smelterij.

Net ver vandaar, ligt de Olafsgroeve, waar de meeste brokken steen uit een zevenhonderd meter diepe mijn werd gehaald. Een enorm gangenstelsel, maar ook deze groeve is gesloten. De omgeving “ziet er niet uit“. Bassins met ogenschijnlijk helder [schoon?] water, dienen als bezinkbakken. De grond is vreemd en onnatuurlijk gekleurd. Mogelijk zit de grond al vol met mineralen, maar het kunnen ook [afval]resten zijn van de mijn. Hier vinden we nog wat stenen met koper er in. Die gaan we binnenkort ook even smelten op de bbq, want we moeten er natuurlijk wel een paar meenemen. Na Roros passeren we de staatsgrens van Noorwegen met Zweden en rijden nog 50 kilometer in oostelijke richting, dwars door wat ’s winters een belangrijk sneeuw, wintersportgebied is. We vinden een hostel in Tannas.

De volgende morgen beginnen we vrij vroeg aan een langere reis naar Kyrktasjo. Hier zijn we eerder geweest en wilden nog eens kijken hoe het er ook al weer uit zag.

Het weer wordt steeds beter, warmer en daar moeten we wel even aan wennen. Het is inmiddels af en toe 25 graden. We rijden nog het meer even rond [bijna 100 km] en belangen dan op onze overnachtingsplaats voor de komende twee nachten.
Wat we verder zullen zien lezen jullie weer in een volgende update. Als er reacties zijn kunnen jullie die plaatsen. Positieve reacties zijn altijd welkom. Minder positieve opmerkingen …. tja dan wordt het even goed nadenken … we horen het wel.

Groet en tot een volgende keer. Jan

Musk Ox

De Dovrefjell. We zijn er al diverse keren voorbij gereden, maar nu ….. eindelijk een keer gestopt om de omgeving eens wat beter te verkennen. Het Hostel waar we verblijven staat aan de rand van een groot [voormalig] schietterrein Hjerkinn. Er ligt in dit gebied nog 170.000 kg aan munitie. Het terrein is sinds 2008 niet meer in gebruik en gelijk er na zijn ze met gestart met opruimen. Dat zal nog duren tot 2020. Er is een afdeling van het leger aanwezig wat daar continue mee bezig is. Overigens is dit schietterrein vanaf 1923 in gebruik geweest.
Toch mag je vanaf heden in de zomermaanden, juli en augustus op één weg door het terrein heen rijden. Omdat het nog geen 1 juli is, gaan wij te voet!
Je mag op de weg het gebied in. Waarom gaan we ddit terrein nu toch in?? Nu dat is duidelijk. We hebben gisteren beloofd op zoek te gaan naar de Muskusossen. Deze Musk Ox leeft in dit gebied. Blijkbaar zijn deze niet gevoelig voor munitie wat nog niet is afgegaan.

Wij lopen een klein uurtje als we een groep mensen met een gids zien staan. Vanaf onze plaats vertrekken elke dag safaritochten het gebied in om deze ossen te zien.

Dat is gemakkelijk, want als zo’n gids stopt dan is er vast iets te zien. En jawel, een “groep” Muskusossen, met hun kindertjes, staan midden op de weg, ruim 200 meter voor ons. We moeten niet verder gaan, dat kan ongezond voor je worden. Ze zijn wel erg groot!! Heel groot en wij zijn dan maar heel klein. Ze kunnen ook snel lopen en wij minder snel.

We gaan op een heuveltje zitten en al gauw ben je een uurtje verder. Denk maar eens hoe leuk het is om naar een kudde olifanten te kijken in Africa. Het verveelt nooit. Natuurlijk lopen we na een poos weer terug, verder gaan is niet mogelijk.

Van een voorbijganger krijgen we nog een [lege] huls mee van een patroon. We zien er zelf ook nog vele liggen, platgereden op de weg of in de berm.

Terug gekomen bij de vertrekplaats besluiten we nog een wandeling te doen. Vanaf bijna dezelfde plaats naar een pas nieuw geopend uitzichtspunt op 1250 meter hoogte. De Tverrfjellet. Opnieuw klimmen, maar nu op een geëffend pad. Boven aangekomen weet Alie altijd dat je links af moet als iedereen rechts gaat. Deze keer geen tegenspraak, maar het was niet de beste wandelroute naar beneden. Dwars door het natuurgebied heen, niet via een pad, stijl naar beneden enz enz. Dat was het niet … dus! Je kon ons in een rode jas en met een fel groene sjaal van 5 kilometer afstand zien. En terug ….. dat is geen keuze…daar begin ik natuurlijk niet aan. Uiteindelijk zijn we niet gearresteerd en geen boete gekregen en zijn wee ook weer veilig in het hostel aangekomen. Nu weer afwachten wanneer het volgende verzoek komt om net weer anders naar beneden te gaan dan gebruikelijk. Overigens wel leuk hoor.

Morgen gaan we naar Zweden voor een weekje. Route onbekend. We zullen zien hoe het verloopt.
Vandaag was het prachtig weer. Rond de 12 graden, lekker windje, met zon en mooie wolkjes. Wat wenst een vakantieganger nog meer? Tot een volgend moment

Papegaaiduikers op Runde.

Ja ja, we zijn naar Runde geweest, echt waar.

Een half uurtje rijden, we passeren dammen en bruggen en zo kom je bijna vanzelf op het eiland Runde. De bruggen zijn smal en meestal bovenop de brug is er een uitwijkplaats, dan heb je overzicht . Niemand heeft haast, dus alle tijd om daar rustig te wachten. Wat is dat toch een genot ….. geen haast hebben …. Het valt gelukkig op. Dat betekent dat haast hebben, iets wat niet op tijd kan gebeuren, hier in ieder geval geen issue is. Bij WSHD hebben we issuerapporten en moeten afwijkingen worden gerapporteerd …. Dat is toch zo J ?
Wij hebben gelukkig inmiddels ook alle tijd. Dat is in het begin wel even wennen, maar het bevalt heel goed.

O ja, we zijn vandaag in Runde geweest. Na een leuke rit en uiteindelijk parkeren we net voor de camping, die helemaal vol staat met campers. We starten onze wandelroute omdat we denken te weten hoe we moeten lopen maar lopen gewoon alle bordjes voorbij. Dus voor we de route gaan volgen, lopen we al een kilometer te ver, dus weer terug. We klimmen gelijk zo’n 250 meter, stijl omhoog. Dat merken de spieren wel hoor! Daarna is het klimmen en klauteren omhoog en omlaag tot zo’n 320 meter boven het zeeniveau. Steile wanden stijgen rechtop uit zee. Als je het vanuit veiligheid bekijkt is het gewoon super gevaarlijk. Eén misstap en je valt echt gelijk helemaal naar beneden te plet.... Maar goed, je kan ook op het niet gemarkeerde pad blijven. Voor kinderen is het in ieder geval niets.
In het boek hebben we gelezen dat een gehele rondwandeling 12 kilometer lang is ene je dan alles te zin krijgt wat er te zien is. We hebben besloten daar voor te gaan. Het weer is niet warm [11 graden Celsius] en het waait hard, must op dus, maar ….. het is droog en dat is het belangrijkste. We lopen uiteindelijk tot circa 5 uur ‘s middags en zijn bijna helemaal het eiland rond geweest.

Ik zal jullie de namen besparen van de vogels die we gezien hebben en soort, aard, kleur, formaat enz enz. Dat zou er namelijk op kunnen lijken dat wij enig verstand hebben van deze diersoort en dat is niet waar. Een paar Duitsers kwamen ons trots vertellen zojuist een Adelaar met twee jongen te hebben zien vliegen. Die hadden wij ook gezien, maar we wisten niet dat het een Adelaar was .... We hebben heel veel vogels gezien, meestal van grote afstand. We hebben ook welgeteld drie papegaaiduikers gezien en eentje kunnen vastleggen op de foto, maar omdat die ons eigenlijk verraste, mogelijk niet geheel scherp. Maar ja, is dat het belangrijkste?
De papegaaiduikers zien er wel leuk, grappig, kleurig en lief uit. Ze zijn niet zo groot, maar inmiddels door het vliegen wel herkenbaar voor ons … De vrouwtjes verblijven in de spleten en gaten en heel soms zie je er dan ééntje. Alle anderen vliegen overdag naar open zee en komen pas terug rond de schemering tussen 's avonds 9 uur en middernacht terug, om vroeg weer te vertrekken om eten te halen en zelf te eten natuurlijk. Het is voor ons te laat om op te wachten, dachten we zo.

We hebben de tocht volbracht [we hadden geen keuze, anders was het overnachten op de rotsen]. Er zijn verschillende rotswanden en de soorten vogels broeden bij elkaar en niet door elkaar heen. Er is één grote wand waar de papegaaiduikers verblijven en broeden.

Er lopen niet zoveel mensen de route. Als het er 30 zijn is het veel. De route is slecht gemarkeerd,of soms helemaal niet en is het aardig zoeken naar het pad of de route. De GPS helpt dan echt. Het is een goede keuze geweest bij de voorbereiding de topografische kaarten van Noorwegen in de GPS te zetten. Zelfs de wandelpaden staan er op . Dat werkt super!

Als we de auto bereiken gaat het regenen. Aangekomen bij het hostel giet het. De langste dag wordt in Noorwegen niet gevierd op de 21, maar op de 23 juni van het jaar. We zien groepen kinderen verkleed lopen om samen spelletjes te gaan doen. Het lijkt wat sneu dat het giet van de regen, maar niets deert ze om met veel plezier op de picknicktafel samen te eten en te drinken. Hier is regen normaal, alles gaat gewoon door en het schijnt ze niet te deren.
Onderweg hebben we grote houtstapels gezien [met daar op alles wat maar kan banden, tafels, stoelen enz], waarschijnlijk gaan die vannacht [of het komende weekend] de hens in. De langste en de kortste dag zijn in de Scandinavische landen van grote betekenis. Een feest waard dus!!
Ik ga er nu echt mee stoppen voor vandaag. Morgen vertrekken we naar Sunndalsøra en dan …. ??

Voor de meelezenden een goed vervolg van de dag. Geniet van het mooie en tot

Ulsteinvik

Een korte update. De plannen waren er om na het bezoek aan het vogeleiland te vertrekken richting Trondheim en mogelijk nog naar de Lofoten. Dat is nog circa 1200 km. Of dat gaat lukken is maar zeer de vraag. Bij het zoeken naar de weersvooruitzichten blijken er diverse waarschuwingen uit te staan voor overstromingen en andere problemen, met name in het Gudbrandsdal. Een gebeid van ruim 300 km lang wat voor een deel is overstroomd. De E6, de belangrijkste weg van Trondheim naar Oslo loopt door dat gebied. Nu zijn de overstromingen rond 10 - 12 juni geweest, maar het zal e zeker nog niet ook zijn. Er is hier niemand die juiste en actuele info kan geven, dus of wij gaan, al nog blijken. Ik ga in ieder geval maar niets reserveren. Ook al blijven de Lofoten zachtjes lonken …

Als het door gaat …. willen we vanaf Bodø overvaren naar Å. Echt waar en plaats bestaande uit één letter, maar je mag het uitspreken als een lange a.

De reis vandaag was kort, maar we hebben er de gehele dag over gedaan. Overal rondgekeken, wat grotere plaatsen bezocht, maar daar moet je je niet te veel van voorstellen. De sfeer, van terrasjes, drommen mensen en een echt centrum kom je hier nauwelijks tegen. Maar ik dit heeft wat. Af en toe een auto, gaan waar te wilt, ruimte en geen gehaast. Het went al echt !!!
Veelal zijn het houten, wit geverfde huizen, grote tuinen, veel groen en de rododendrons staan volop in bloei.. Het is hier nu echt lente geworden. De zon schijnt, mooie witte en donkere wolken en een temperatuur van zo’n 13 graden. Heerlijk.


Om in Ulsteinvik te geraken, moest je tot enkele jaren terug overvaren. Nu is er een tunnel onder het fjord door. Circa 300 meter naar beneden en dat natuurlijk ook weer omhoog. Deze tunnel is 8 km lang. Inmiddels hebben we veel tunnels gereden. Lange en hele lange. De langste is 24,5 km bij Leardal. In deze route kom je achtereenvolgens 5, 12, 25, 5, 6 en 8 kilometer tunnel aaneengesloten tegen. Inmiddels staat de score wel boven de totale lengte van 200 kilometer. Dat is toch een aardig stukkie .. dwars door Nerderland heen onder de grond. Lekker stil ..


Nu dat was toch weer hele story geworden. Groetjes en tot na het bezoek aan de papegaaienduikers. Jan

Briksdalbreen

Het zal weer eens geen gletsjer zijn die we gaan bekijken. Ook deze gletsjer heeft de eigenschap steeds korter, kleiner en minder hoog te worden. Ik ga vast nog wel eens uitzoeken hoeveel dat precies is geweest de afgelopen jaren, want toen wij hier de eerste keer kwamen vast die echt veeeeel groter. Nu lijkt het een oudje, een klein stijl reepje ijs wat nog tussen twee bergen door naar beneden glijdt. Deze Briksdalbreen is overigens één van de vele uitlopers van de Jostedalbreen die zelf niet kleiner wordt en heeft een omvang van 487 km2 en dat is groooot. We zien hier, ook in ons Hostel vele foto’s aan de wanden hangen van groepen lopers die gletsjertochten maken.

Vandaag is het de langste dag, de zon staat nog net boven de bergen uit van het fjord waar we verblijven. Het is nu 23.00 uur … een vreemde gewaarwording, het wordt niet donker. Je moet er zelf ook goed op letten, want anders ga je om 2 uur ‘s nachts naar bed en dan wordt het uiteindelijk ‘s morgens toch lastiger om er uit te komen.

We zijn dus naar de Briksdalbreen geweest. Massa’s toeristen die niet meer met paard en wagen naar boven worden gereden maar in stinkende wagentjes, waar er misschien wel 20 van rondrijden.
Ok wij gaan dus lopen een leuke klim, maar het geeft dan ook altijd weer voldoening als je er bent en naar beneden gaat veel gemakkelijker. Het is warm vandaag, overhemdje en rugzak is deze keer voldoende. Bij de gletsjer merk je wel dat de ijskoude wind er over waait, die precies ons raakt, maar een kniesoor die daar op let …
De uitloper was een stuk korter geworden [en ook minder dik dus ..]. We konden nu niet meer tot bij het ijs komen, dan kon de laatste keer wel en dat was in 19.. [zoeken we op].
Goed, het blijft toch leuk, het is mooi, je bent bezig en het houd je van de straat.

Onderweg nog wat rondgeneusd, een lekker softijsje op [dat kost hier echt massa’s geld …] en genoten van het uitzicht boven op een fjell, een plateau op zo’n 600 meter. Daar was het stil …., stil …. je hoort de koeien lopen, met een rinkelende bel, overal vandaan, de wind hoor je rond je hoofd en op de achtergrond een waterval, stromend water. Opnieuw fantastisch, wat kan een mens zich druk maken om zoveel dingen. Dit is gewoon genieten. Voor wie nu aan het werk is…. gewoon doorgaan, geniet daar ook van, dan blijft het allemaal leuk. Straks mag is vast ook wel weer, al zal er van alles gaan gebeuren … maar dat zien we dan weer.

Morgen gaan we naar een nieuw verblijf, het hostel Ulsteinvik. Dat is in de buurt van het vogeleiland Runde. [ongeveer 50 km]. Vast ook wel weer veel over te vertellen, maar morgen gaan we een daagje rijden, kijken, dwalen en we hopen ‘s avonds weer aan te komen. Het is vlakbij zee, we hopen op droog weer en dan gaat het vast wel goed komen. Overigens lijken die Papegaaiduikers mij hele leuke grappige vogels, we hopen ze te zien. De foto’s zien er al leuk uit … [in de folder] die moet ik eerst nog maar zien te maken …


Welterusten voor nu, want anders wordt het echt veel te laat. Jan

258

Het regent en het ziet er wat sombertjes uit als we de auto weer inpakken om naar ons volgende reisdoel te vertrekken. Eerst naar Lom en dan via de “15” naar het westen, richting Stryn, voor sommigen niet te verwarren met Strijen.
Maar als snel klaart het op. Als we bij Grotli komen gaan we de toeristische route, de oude route rijden via de 258. Een weggetje van net twee meter breed met scherpe hoge wegkanten, kronkelend tuussen de bergen en meren. Asfalt is hier nog niet aangebracht, de weg is nat en de modder zit binnen de kortste keren helemaal over en op de auto. [dat regent er straks toch weer af!].

De weg stijgt tot circa 1100 meter en we zijn alleen. Eén auto zijn we tegen gekomen, een verdwaalde toerist. De sneeuw ligt ook hier nog in overvloed. Sneeuwwanden van vele meters hoog aan weerszijden van ons weggetje. Fantastisch. We nuttigen hier wat bammetjes en wat koffie. Zonder koffie gaan we niet op stap. Aan het eind van de weg ligt een ski centrum. Het is gesloten. Er valt te veel regen, maar mogelijk dat de liften in het weekend wel open zijn, dan zijn er vast wel meer Noren die nog graag even op de latten staan. Was het in de Jothunheimen dat Telemarken de liefhebberij was [zonder schieten …], hier is het meer de afdaling.
Wij zijn hier ook een keer geweest en konden toen het zomerski centrum niet eens vinden, toen lag er helemaal geen sneeuw. Kaal, leeg en somber. Maar nu …. fantastisch …dan maar geen ski piste open, toch?

We zijn aansluitend verder gereden naar Sandana, voorbij Stryn en dan linksaf ….. [grapje].





.

Sognefjellvegen

Tja, wat moet je schrijven. Je moet het eigenlijk gewoon zelf zien, maar dat kan niet altijd. Zelfs foto’s of film geven niet weer wat je voor ogen te zien krijgt. In dit geval is het mooi, het landschap, ongerept, helder, fris, wolken en zon, dreiging van regen en een hoogvlakte met een slingerende weg. Een landschap op circa 1400 meter boven de zeespiegel dat nu nog wit is van de sneeuw. Enkele toppen van bergen stijgen boven deze ruwe vlakte uit. De hoogste top ligt op ruim 2400 meter is de Glittertind. Om deze “eenvoudig” te bereiken kan je met de auto naar de Juvasshytte rijden op 1841 meter, daarna is het nog wat klauteren en klimmen. Omdat er nog zo veel sneeuw ligt op de fjell, gaan de skiërs niet naar het zomerskicentrum bij de Juvasshytte. Wij blijven dus ook “beneden”en gaan een paar wandelingen maken.

Op zaterdag hebben we een ongemarkeerde route met de GPS en om de sneeuwvelden heen gelopen. Het is echt levensgevaarlijk om over de sneeuw heen te lopen, ook al kan die soms meters lik liggen. Er lopen waterstromen onder de sneeuw door en soms gaat het om hele meren. We kunnen ook niet vertrouwen op sporen van enkele dagen oud en zeker niet van de sporen van skiërs. Hun gewicht wordt over de gehele ski verdeeld, bij ons maar op het oppervlak van schoenmaat 42 ….

We lopen enkele uren en besluiten om morgen bij Krosbru te gaan lopen, een paar kilometer verder. Daar wordt volop geskied en allerlei routes zijn uitgezet. We hebben een route gezien en de dag er op hebben wij opnieuw de stoute wandelschoenen aangetrokken.
We lopen een gemarkeerde route die waarschijnlijk door een gids en een groep lopers gisteren is gemaakt. De route loopt naar de Skogadalsbreen, een gletsjers die op het oog heel dichtbij ligt. Toch “wandelen” we er bijna twee uur op en zijn we er bijna. We zijn inmiddels een kamp met tenten gepasseerd waarschijnlijk van onze spoorvormers. Later zien we groepen, aangelijnd bezig gezien zich voor te bereiden om de gletsjer te bedwingen. Dat lijkt me een geweldige ervaring, maar voor ons toch net wat te ver gegrepen. Later zien we ze in groepen gaan.

Maar ook als wij weer bij de auto aankomen zijn we moe maar zeer voldaan. Een boterhammetje met kaas eten, een beetje cola drinken op een rots in de sneeuw, onder aan de gletsjer …… het is mooi geweest. Natuurlijk blijf je ook steeds foto’s maken, maar … daar is al wat over gezegd.
Mooie dagen en morgen weer verder.



.

Bøverdalen.

Sinds heel veel jaren komen wij in Noorwegen. De eerste periode met de caravan en de laatste jaren op de huidige wijze, hostels, hytter, campings en alles wat we nog meer tegenkomen om te overnachten.
Als het even lukt en we in de buurt komen, rijden we ook weg “55”, van Sognedal naar Lom. We vinden het één van de mooiste wegen van Noorwegen. Vanuit het dal aan het Sognefjord, langzaam stijgend en uiteindelijk via de Jothunheimen op een hoogte van ruim 1400 moh door het besneeuwde berglandschap. We zijn dit jaar vroeg of er ligt nog heel veel sneeuw. Er worden bij Krosbru nog volop geskied. Er is niet veel wind de temperatuur ligt rond de 6 a 7 graden. Het is niet helder, eerst wel droog, maar later begint het weer te regenen, dan zien je nauwelijks hoe mooi het hier is. We hebben nog even gelegenheid, een korte blik en dan trekt de hele lucht weer dicht. Maar ook dan geeft het een geweldige sfeer en ruwheid, een onherbergzaam oord, een gebied om filmopnamen te maken van een spannende Alister Maclean op de Noordpool, waarbij mensen zoekraken en bevriezen. Je ziet heet hier zo voor je, met een klein beetje voorstellingsvermogen …


We vertrokken vanmorgen vanuit Lofthus naar Kinsarvik om over te varen. Omdat de boot niet zoveel vaart zorgen we er voor op tijd te zijn. Half tien varen we over en na ruim 50 minuten rijden we weer aan de andere kant van het fjord.
Deze dag willen we ruim 350 km afleggen, met een paar keer varen, een aardige trip. Het is wel zo’n beetje de maximale afstand die per dag is af te leggen. Uiteindelijk Leardal nog een keer met de boot naar Sognedal overgestoken en resterende de laatste 100 km, waarvan ruim 30 hoog door de Jothunheimen.
Daar kan ik kort over zijn. Fantastisch en dan overdrijf ik niet, maar …. smaken verschillen natuurlijk. De donkere luchten, bergen, ruwe rotsen, ontluikend groene plantjes, bevroren meren, sneeuw en gletsjers. Heel dichtbij en soms toch zo ver weg. We zullen dit jaar niet veel kunnen wandelen in de bergen, onbegaanbaar en gevaarlijk op de sneeuw. Je bent zo vertrokken en dan vinden ze je niet meer terug.

Nadat je de 55 weer bergafwaarts richting Lom rijdt kom je langs Elveseter. Een gedenkplaats, monument en een aantal accommodaties.
Toen ik gisteren de route aan het voorbereiden was, dat is soms echt nodig, was er een week geleden een waarschuwing uitgegaan van overstromingen en hoogwater. Op het nieuws waren daar ook melddingen over gegeven.
Voor Elveseter was er een code rood, dan wordt het oppassen. Aldus de berichtgeving. De stroomsnelheid in de stroom achter Elveseter was ongeveer 1 ½ keer zo groot als de normale maximale hoeveelheid. Er is veel smeltende sneeuw en veel regen gevallen en dat stroomt toch naar het laagste punt. Uiteindelijk viel het wel mee vond ik, als rasechte waterschappen, mag ik dat wel vinden … toch ?

Wij rijden overigens Elveseter voorbij en stoppen bij de afrit naar de Juvashytte en de Galdhoppigen, de hoogste berg in de Jothunheimen, langs de “55”, bij Boverdalen. Daar vinden we een hostel waar we eerder ook verbleven en nu voor het komende weekend. Omdat de weersvooruitzichten slecht zijn [de komende 7 dagen regen, regen en nog meer regen] zien we wel wanneer we naar de Juvashytte gaan. Voor nu welterusten en morgen gezond weer op. Tot dan.